Waakstand

“ Zelden wil iemand het toegeven: ik kan het niet meer. Ik ben opgebrand. Uitgevlamd.” Het is zaterdagochtend en ik heb net een column uit het magazine van de weekendkrant achter de kiezen. De auteur heeft het niet zozeer over het fenomeen burn-out. Het gaat over een reactie van hemzelf op een eerder artikel uit hetzelfde dagblad. Die éne zin, die dan ook werd gehighlight om aandacht te trekken, heeft dan wel zijn werk gedaan.
Mensen zijn vooral geneigd om als ze bladeren en rondkijken, nét die dingen op te pikken , die voor hen op dat moment in hun gedachtenwereld extra aandacht krijgen. Het is een deel van een verwerkingsproces van innerlijke strijd en het onbewust onderzoeken van onderliggende hersenspinsels. Bij mij gaat het de laatste weken dan vooral over het thema “opgebrand zijn”. Ik vond het concept burn-out altijd al heel interessant, maar nét niet interessant genoeg om over te schrijven, want het was een té-ver-van-mijn-bed-show.

Een paar maand geleden werd ik dan toch geconfronteerd met mijn waakstand. Ik heb hier thuis een gasstoof staan. Elke keer het bijna winter wordt moet ik constateren dat de waakvlam uit zichzelf is uitgegaan. Wanneer ik ze dus terug ‘in gang’ wil krijgen, begin ik op verschillende knopjes te drukken, te prutsen en te zuchten, om er na vijf minuten de brui aan te geven. Dan denk ik: ik doe het morgen wel. Tot de dag er is dat je ‘s avonds thuiskomt en dat kleine fleecedekentje in de zetel écht wel niet meer volstaat om je te verwarmen. Dan zit je daar zonder verwarming. Dat lelijk ding staat daar dan, helemaal uitgedoofd, in het midden van de living. Nutteloos plaats in te nemen en mij met lege, vlammeloze ogen aan te staren. Ik had gewoon op tijd, bij de eerste pre-winterkou, bij de eerste tekenen van herfstkoelte, nog eens online de handleiding moeten opzoeken.

Dat gaat relatief gemakkelijk hoor: je kijkt eerst op de sticker van het apparaat welk type het is, je geeft in Google in: “merknaam + type + handleiding” en na één minuut heb je de geheime combinatie in een pdf-formaat om je woonkamer om te toveren in een knus, warm nestje. Je houdt een paar seconden de ontstekingsknop ingedrukt in combinatie met een ander knopje, je wacht een klikje en een voem-geluid af, waarna je geleidelijk aan gas bijdraait en een heerlijk spel van dansende vlammetjes heel je apparaat laat opleven. Eureka! De vlam is terug in de pijp!
Wat heb ik daar nu zelf van geleerd? Dat ik moet opletten dat ik mijn waakvlam niet laat uitgaan. Dat ik mijn stoof goed moet onderhouden. Want dat vergeten veel mensen. Of je nu een nieuw toestel hebt of een oud, onderhoud en waakzaamheid zijn al de helft van het werk. Ben je zelf niet zo’n handige Harry, laat dan andere mensen ook een oogje in het zeil houden. Ik denk dat we met z’n allen teveel naar Roger hebben gekeken met uitspraken op klusjeszenders, want wat je zelf doet, doe je heus niet altijd beter. Een mooi voorbeeld daarvan is het programma op televisie: Help mijn man is een klusser. Als je het een paar keer bekijkt, zie je een mooi wederkerend patroon. Dat het huis onafgewerkt blijft en de kabels vervaarlijk uit alle hoeken van de muren ontspringen of de Gyproc al jaren onbeschilderd blijft en stilletjesaan begint te verschimmelen, ligt meestal niet aan het feit dat er onwil is langs de kant van de geviseerde klusser.

Meestal is het gewoon een klassiek geval van Vlaamse trots, individualiteit, gebrek aan partnercommunicatie en van teveel hooi op het vork nemen. Het programma is dan ook doorspekt met de nodige drama, relatietherapie en verplichte communicatie-oefeningen. Hulp van buitenaf durven aanvaarden en durven toegeven dat alles alleen willen doen, vaak een slecht idee is (en dit voor heel televisiekijkend Vlaanderen), is dan meestal het begin van een mentaliteitswijziging bij de klusser en zijn gezin. Geef de man in kwestie dan gauw een verfborstel in de hand om hem toch geen nutteloos gevoel te geven en laat het professioneel klusteam de rest van het werk doen.
Waarom slagen deze mannen er dan wel zo snel in om een paar kamers mooi af te werken? Door planning, teamwork, communicatie en de nodige emotionele afstand van de situatie. De rest van het huis is dan aan de klusser zelf, om zonder cameraploeg verder af te werken in de hoop dat hij zijn lesje nu wel heeft geleerd. Dat gaat dan meestal goed, voor een tijdje. Het vervolg dat krijgen we niet te zien op TV…

Mijn fysieke waakvlam was bijna uitgegaan, maar gelukkig ben ik aan het werken aan een handleiding. Dit doe ik zeker niet alleen. Ik ben zelf ook coach, maar ieder zijn specialiteit en ik kan mijn eigen situatie niet zelf objectief bekijken. Als het over je fysieke en mentale gezondheid gaat mag je niet zomaar vertrouwen op onze ingebakken doe-het-zelver-skills. Zelfpreventie, zelfmedicatie en zelftherapie zijn bijlange niet toereikend in een maatschappij als de onze. Het kan nooit kwaad om hulp te vragen, ik raad het zelfs ten stelligste aan. Gewoon al eens ventileren, de verwarmingsbuizen eens laten ontluchten bij wijze van spreken kan al wonderen doen en perspectief bieden wanneer de situatie uitzichtloos lijkt. Kortom, met de grijze, koude maanden in aantocht, laat eens kijken naar jullie buizen, knopjes, pompen en condensatieketels, want een beetje preventief onderhoud kan nooit kwaad.

Dit vind je misschien ook leuk